Zorgverzekeraar pioniert in eerstelijnszorg |
Met de komst van een gezondheidscentrum in de Groningse binnenstad
geopend door de zorgverzekeraar Menzis is in de Groningse schilders- en zeeheldenbuurt het
huisartsentekort opgelost. De patiënten zijn positief,
wel moeten ze er aan wennen eerst hun verhaal te vertellen tegen de
doktersassistente.
Menzis opende in 2004 als eerste zorgverzekeraar een gezondheidscentrum in de Groningse binnenstad,
Gezondheidscentrum West. Door het vertrek van een huisarts uit deze week stond er een tekost aan
eerstelijnszorg, wat zorgde voor een aanleiding tot deze gezondheidscentrum. Het vertrek van deze
huisart is opgevangen door de overgebleven huisartsen te laten samenwerken met een team van
eerstelijnszorgverleners in het nieuwe gezondheidscentrum. In dit centrum werken naast huisartsen
doktersassistenten, een fysiotherapeut, een nurse practitioner en een diabetesverpleegkundige.
Daarnaast is er ook een apotheek aanwezig.
De opzet was om de eerstelijnszorg te verbeteren door intensieve samenwerking van de verschillende
zorgverleners en een efficiëntere werkwijze.
Zorgverzekeraar Menzis werkt daarbij samen met Thuiszorg Groningen en de huisartsen van het
gezondheidscentrum. Dit project is gevalueerd door het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek
van de gezondheidszorg) en iMTA (verbonden aan het Erasmus MC). Het onderzoek is gefinancierd door
het College voor zorgverzekeringen (CvZ).
Ongeveer 9500 mensen staan er als patiënt ingeschreven en er is ruimte voor uitbreiding. De patiënten
zijn tevreden over het gezondheidscentrum: het gemiddelde rapportcijfer dat de bezoekers gaven is een 7,9.
Ze zijn zowel tevreden over de dienstverlening, bereikbaarheid en wachttijd als over de inhoud van de zorg.
De ondersteunende disciplines hebben wat meer tijd beschikbaar voor hun patiënten dan de huisartsen.
De nurse practitioner – een hoog opgeleide verpleegkundige – legt zo meer bezoeken aan huis af dan de meeste huisartsen.
De doktersassistenten in gezondheidscentrum West vervullen een centrale rol. De zorgvraag wordt geinventariseerd
en in overleg met de patiënt word bepaald welke volgende stap er genomen wordt (triage). Een aantal vragen kunnen
ze zelf afhandelen, bijvoorbeeld in de vorm van een advies. Zij bepalen in andere gevallen, gekeken naar de aard
en ernst van de klacht, bij welke zorgverlener de patiënt het beste terecht kan. Een aanzienlijk deel van de patiënten
zegt het vervelend te vinden dat ze eerst hun verhaal tegen de assistente moeten doen, maar dit aantal is wel kleiner geworden.
In 2005 was dat nog ongeveer 60%, in 2006 was dat nog een derde.
|
|
|